donderdag, maart 09, 2006

Leidse UB koopt handtekening via eBay.


De Leidse Universiteitsbibliotheek kocht onlangs via e-bay een Nederlandstalig handgeschreven boek uit de zestiende eeuw. Het handschrift, waarvoor de UB 2025 dollar neertelde, is belangrijk voor het onderzoek van literatuurhistoricus en Vidi-winnaar dr. Geert Warnar. Dat was een belangrijke reden om het aan te schaffen. De redactie van de nieuwsbrief sprak met dr. André Bouwman, conservator westerse handschriften van de Universiteitsbibliotheek, en met Geert Warnar.

Bieden?
Warnars Vlaamse collega-onderzoeker Remco Sleiderink, een paar jaar geleden gepromoveerd aan de Universiteit Leiden, attendeerde hem op het handschrift. Warnar nam contact op met conservator Bouwman en vroeg of de UB zou willen proberen het handschrift aan te schaffen. Om wat voor handschrift ging het precies? Een klein papieren boekje met religieuze teksten voor begijnen, geschreven rond 1525 in het begijnhof van Mechelen. Het boekje bevat een handleiding voor het begijnenleven, geschreven door geestelijk leidsman Frans Vervoort. Hij beschreef in deze tekst wat een begijn precies moest doen en laten om zo vroom mogelijk te leven. De eerste bezitter van het handschrift was zuster Elizabeth Smiets, die aan het begin stond van haar leven als begijn. Magdalena Smiets, vermoedelijk haar zuster, schreef een exemplaar van de (gedrukte) tekst van Vervoort over voor Elizabeth. In het begijnhof van Mechelen leefden rond die tijd wel zo’n 1500 begijnen. Warnar vertelt dat er aanwijzingen zijn voor een levendige tekstcultuur op het begijnhof. Het handschrift voor Elizabeth is daar een interessant voorbeeld van.

Aanwinst
Warnar houdt zich bezig met laat-middeleeuwse spiritualiteit in de Nederlanden. Een handschrift met teksten voor begijnen interesseert hem daarom natuurlijk in hoge mate. Onlangs werd het onderzoeksteam van Warnar namens de Universiteit Leiden genomineerd voor de Academische jaarprijs. Het centrale thema in zijn voorstel is de positie van religieuze vrouwen in de laatmiddeleeuwse stad. Warnar had Bouwman snel overtuigd van het belang van het handschrift voor zijn onderzoek. Daar kwam bij dat de Leidse UB reeds een ander handschrift uit het begijnhof van Mechelen bezat. Een nieuwe aanwinst met dezelfde herkomst zou beide handschriften meer betekenis kunnen geven. Josje Calff, adjunct-directeur van de Universteitsbibliotheek, had al een account via e-bay; zij zou daarom namens de UB gaan bieden. Ruim een week geleden arriveerde het handschrift op de Witte Singel, waarna het onmiddellijk in de kluis verdween.

Tijdslimiet
Eigenlijk verschilt het kopen via e-bay niet wezenlijk van het kopen op een gewone veiling, vertelt Bouwman. Er wordt bij opbod verkocht, soms ook onder tijdsdruk. Zo werd bij veiling van onroerend goed wel een kaars aangestoken; als de kaars was opgebrand, was de veiling voorbij. Het laatste bod vóór de kaars uitging, gold. Ook het kopen via e-bay gaat met een tijdslimiet. Je kunt precies zien hoeveel tijd je nog hebt om te bieden. Net als bij de traditionele veiling kun je overigens bij de elektronische veilinghouder een geheime limiet deponeren. Zo leg je vast, voor anderen onzichtbaar, welk bedrag je maximaal bereid bent te betalen, en zodra iemand anders hoger biedt, wordt jouw bod automatisch met een eerder opgegeven bedrag verhoogd. Voortdurend de site in de gaten houden is dus niet nodig. Je hoeft alleen de uitkomst maar af te wachten.

Wat vuil en versleten, maar zeer toonbaar
Zijn er ook nadelen aan het kopen van een handschrift via e-bay? Bouwman: ‘Het belangrijkste nadeel is dat je het handschrift niet zelf in handen kunt houden en beoordelen. Ons handschrift werd aangeboden door een antiquaar (handelaar in oude boeken, handschriften e.d., red.) in New York. Daar ga je niet zo maar even naar toe. Op e-bay stond natuurlijk wel een beschrijving waarin vermeld werd in welke staat het verkeerde.’ Bouwman haalt een kopie van de beschrijving op e-bay tevoorschijn en wijst op de opmerkingen van de verkoper over de staat van het handschrift:

‘Ties somewhat soiled and frayed (though still strong and useable); silver ferrules rather darkened; front wrap a bit dingy […]; spine cockled, but overall quite presentable indeed, for a book approaching its five hundredth year.’

[Bindkoorden wat vuil en versleten (hoewel nog stevig en bruikbaar); zilverbeslag tamelijk zwart geworden; voorkant omslag een beetje smoezelig […] rug scheefgetrokken, maar in zijn geheel zeker zeer toonbaar, voor een boek dat zijn vijfde eeuw nadert.]

Ondanks deze gebreken durfde de UB het aan om op het handschrift te gaan bieden zonder het gezien te hebben. De waarde van het handschrift heeft bij deze beslissing natuurlijk een doorslaggevende rol gespeeld; het ging tenslotte ‘maar’ om twee duizend dollar. Bouwman: ‘Een handschrift van meer dan een paar duizend zouden we nooit ongezien aanschaffen!’

Inktvraat
Het laatste katern van het handsschrift was, aldus de beschrijving ‘somewhat darkened’. Bouwman vermoedde op grond van deze kwalificatie wel wat inktvraat. Dat bleek inderdaad het geval. Juist voor handschriften met inktvraat is het belangrijk om ze zoveel mogelijk op een constante termperatuur te houden. Als ze worden blootgesteld aan temperatuurwisselingen kan het inktvraatproces sterk geactiveerd worden en dan veel schade toebrengen. Vandaar dat het nu in de kluis ligt. Bouwman, lachend: ‘Eigenlijk is het voor alle handschriften beter als ze altijd in de kluis zouden liggen. Maar ja, we kunnen als UB natuurlijk niet alleen maar kijken naar wat goed is voor de boeken. We streven dus naar een acceptabel evenwicht tussen wat goed is voor de boeken en wat goed is voor de mensen.’

Landelijk overleg
De Leidse UB was overigens niet de enige Nederlandse UB die belangstelling had voor dit handschrift. Je kunt op de site precies nagaan wie wanneer welk bod uitbrengt. Het bleek dat ook de Utrechtse UB belangstelling had voor het begijnenhandschrift. Maar toen duidelijk werd dat de Leidse UB aan de veiling deelnam, heeft Utrecht zich teruggetrokken. Deze handelwijze wordt ook gevolgd bij traditionele veilingen. Wanneer meerdere universiteitsbibliotheken belangstelling hebben voor dezelfde objecten, wanneer deze althans op een Nederlandse veiling worden aangeboden, dan wordt in goed
De enige pagina met een illustratie
uit het pasverworven handschrift. De afgebeelde heilige is Sint Petrus
die twee sleutels vasthoudt.
Boven en onder hem een
vervloeking van degene die het
boek steelt: Qui librum istum furatur / A Domino maledictur (Laat hem die dit boek steelt, vervloekt zijn door de Heer).

landelijk overleg bepaald wie gaat proberen het item te verwerven. Hiermee wordt voorkomen dat men door met meerderen te bieden de prijs opdrijft, waar alleen de verkoper mee gebaat zou zijn.

Klik hier voor het originele verhaal.